De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde op 29 mei j.l. dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet gebruikt mag worden voor het verlenen van toestemming aan activiteiten die een stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden veroorzaken. Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor de ontwikkeling van landbouwbedrijven, maar ook voor bijvoorbeeld wegenaanleg en de realisatie van bedrijventerreinen.
Gevolgen voor lopende zaken
Voor lopende procedures over een verleende Nbw-vergunning heeft de uitspraak tot gevolg dat deze vergunning wordt vernietigd. Ontwerpbesluiten zullen in beginsel worden ingetrokken door het bevoegd gezag.
PAS-meldingen
Een aantal bedrijven heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om binnen de PAS een zogenaamde melding in te dienen. Bij een melding is er geen sprake van een besluit van de provincie dat de gemelde activiteiten geen nadelige gevolgen hebben voor natuurgebieden. Gevolg daarvan is dat de melding niet rechtsgeldig is en deze bedrijven alsnog vergunningplichtig zijn. De minister van LNV streeft ernaar om deze activiteiten te legaliseren.
Echter, wanneer de gemelde activiteiten nog niet zijn gerealiseerd, zijn deze activiteiten niet meer zonder een vergunning uit te voeren. Dat betekent dat eerst een vergunning aangevraagd en verkregen moet worden.
Onherroepelijke vergunningen blijven in stand, maar…
De uitspraak heeft geen gevolgen voor vergunningen die al definitief zijn en die dus niet meer bij de rechter kunnen worden aangevochten. Die vergunningen blijven volgens de Raad van State gewoon gelden. Wel moet men rekening houden met de volgende punten:
- Wanneer bij de vergunningverlening ontwikkelingsruimte is toegekend, moet de aangevraagde activiteit binnen twee jaar worden gerealiseerd.
- De vergunning kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken wanneer men zich niet houdt aan de voorschriften of wanneer de vergunning is verleend op basis van onjuiste gegevens. Denk hier ook aan bijvoorbeeld onvoldoende functionerende luchtwassers.
Beweiden en bemesten vergunningplichtig
In het PAS was een vrijstelling opgenomen voor beweiden en bemesten. De Raad van State heeft geoordeeld dat deze vrijstelling niet geldig is en deze activiteiten daarom vergunningplichtig zijn. Dit raakt ook niet-veehouderijbedrijven. De minister van LNV heeft aangegeven dat gedurende het huidige beweidings- en bemestingsseizoen niet actief gehandhaafd zal worden op de vergunningplicht. De overheid probeert voor het volgende beweidings- en bemestingsseizoen een aanpak beschikbaar te hebben voor het legaliseren van beweiden en bemesten.
Hoe nu verder?
Als gevolg van het vervallen van het PAS is het zogenaamde ‘externe salderen’ weer mogelijk. Dit houdt in dat bedrijven die willen uitbreiden de ammoniakrechten overnemen van stoppende bedrijven. Het is niet mogelijk de ammoniakrechten over te nemen van een bedrijf dat tussen 1 juli 2015 en 1 juli 2018 gestopt is. In de eerste drie jaren van de PAS (1 juli 2015 – 1 juli 2018) s er namelijk ontwikkelingsruimte uitgegeven, die onder meer bestond uit de ruimte die vrijkwam door het stoppen van bedrijven in deze periode. Als de ammoniakrechten van deze bedrijven nu gebruikt zouden worden voor extern salderen, zou dit mogelijk leiden tot een dubbele inzet van de deposities van deze stoppende bedrijven. Dat is niet toegestaan.